Historische
wandeling langs een Romeins verleden van Nijmegen
Vertrekpunt
NS-station, langs de Waalkade, Valkhof,
Oost-Nijmegen en delen van het Romeins Aquaduct in Berg en Dal
Naar:
Voorpagina
Naar:
Routebeschrijving van de wandeling
Naar:
Plattegrond Legerplaats 10e legioen LXG
Gedrukt door: Historische Kring Bemmel (uitverkocht)
Inleiding
Nijmegen is verreweg de belangrijkste Romeinse vindplaats van
Nederland. Hoewel dit Romeinse verleden van Nijmegen grotendeels ‘onder het maaiveld’
ligt, geeft deze wandeling en de beschrijving een goede indruk van de 400 jaar
Noviomagus.
Lengte:
De wandeling loopt van NS-station, Kronenburgerpark, Hezelstraat,
Waalkade, Valkhof, Heuvelrug langs de Ooij, Broerdijk (begin van het Romeins
waterleidingtracé), Kwakkenberg, Heilig Landstichting, De Meerwijk, Berg en
Dal. Optioneel: nog
Nijmegen is ook de stad van Bataven, Romeinen, Karel de Grote,
Barbarossa, Mariken van Nieumeghen, NEC, de wandelvierdaagse, studenten en
156.000 inwoners. Via Oppidum Batavorum, Ulpia Noviomagus Batavorum, Numaga,
Nieumeghen en nu Nijmegen, de Gelderse stad op de stuwwal uit de voorlaatste
ijstijd aan de Waal met de licht Bourgondische inslag van beneden de grote
rivieren én (na lang gekibbel met Maastricht) tóch de oudste stad van Nederland
mét een Romeins Aquaducttracé.
De geschiedenis van de Bataven en Romeinen
Omstreeks 50 v.Chr. vestigden immigranten uit Hessen zich in
het stroomgebied van de Waal. Ze vormden samen met de lokale bevolking de stam
der Bataven. De Bataven ontvingen de Romeinen met open armen. Veel van de
Bataafse mannen deden dienst in het Romeinse leger, sommigen zelfs als
lijfwacht van de keizer. Na 25 dienstjaren kwamen zij terug als veteraan. De
meeste konden Latijn spreken, lezen en schrijven.
Romeinse legerplaatsen
Bovenop de stuwwal in Nijmegen-Oost legden de Romeinen hun eerste legerplaats
aan rond 15 voor Chr. 12.000 man vonden daarin onderdak. Dit uit hout en leem
opgetrokken legerkamp (Castra) was onderdeel van een strategische reeks van
legerplaatsen, waar troepen tijdelijk lagen die de verovering van Germania
moesten bewerkstelligen.
Na het jaar 70 (Bataafse opstand) wordt de Romeinse Castra in steen
opgetrokken. Groots en monumentaal. Vijfduizend soldaten waren daar gelegerd.
Ongeveer 400 n.Chr. verlaat de laatste Romein Nijmegen
Oppidum Batavorum - oudste stad van
Nederland
Terwijl op het in Nijmegen-Oost, Het Kops Plateau, de soldaten gelegerd waren,
bouwden de Romeinen omstreeks 15 v.Chr. op het Valkhof en omgeving een
nederzetting in Romeinse trant: hier woonden Romeinse ambtenaren en Gallische
handelaren en ambachtslieden. Het kreeg de naam Oppidum Batavorum, stad van de
Bataven, maar Bataven woonden er niet of nauwelijks. Monumenten van steen gaven
Oppidum Batavorum een stedelijk aanzien, zoals de godenpijler met afbeelding
van keizer Tiberius en allerlei Romeinse goden uit het jaar 17. Aan deze pijler
ontleent Nijmegen zijn 2000-jaar bestaan als stad.
Wetenswaardigheden voor de wandeling
Nijmegen was een noordelijke grensplaats van het Romeinse Rijk (de
zgn. Limes). Bij de komst van de Romeinen, 15 v.Chr. worden de Bataven, de
oorspronkelijke bewoners
van deze gebieden, gekoloniseerd. De Bataven kozen de ‘wijste’ partij en werden
bondgenoten van de Romeinen.
Maar er sluimerde nog altijd verzet.
In 70 n.Chr. namen de Romeinen tegenmaatregelen. Acht legioenen
werden naar het Noorden gestuurd. Civilis werd bij Xanten (Colonia Ulpia Traiana) verslagen.
Hij vluchtte naar Nijmegen maar daar zag hij knarsetandend met grimmige blik de
Romeinse heerscharen naderen. Civilis vluchtte naar het eiland van de Bataven,
nu de Betuwe, nadat hij de stad Oppidum Batavorum (de voorloper van
Nijmegen-centrum) in brand had gestoken. In oktober van het jaar 70
capituleerde Julius Civilis.
De legerleiding van de Romeinen besloot een nieuw, versterkt
stenen kamp aan te leggen op de Hunnerberg. Dit werd de Castra (de legerplaats)
van het Tiende Legioen, met de bijnaam Gemina (tweeling). De afkorting van dit
legioen LXG is bij opgravingen veel male teruggevonden op dakpannen, tegels
etc.
Het 10e legioen is hier meer dan dertig jaar gebleven.
In deze periode was het rustig aan de grens. De Romeinen hadden het op een
akkoordje gegooid met de Bataven.
De Castra wordt na
De Castra was gelegen tussen de huidige Berg en Dalseweg, Museum
Kamstraat, Ubbergseweg, Broerweg en de Beekmansdalseweg.
Het Tiende Legioen is in 104 na Chr. Verplaatst naar Boedapest,
waar ze de soldaten nodig hadden, om de grens te verdedigen.
Rondom de vesting bloeide een kampdorp (Canabae Legionis), met
ambachten, levendige handel en vertier. Aan de oostzijde stond een markthal
(Forum), een soort supermarkt. Even ten zuiden van de vesting bevond zich een
amfitheater (Mesdagstraat / Rembrandtstraat). Verder trof men er smederijen,
glasblazers, harnasmakers, kroegen en meisjes van lichte zeden. Kortom deze
grote agglomeratie had veel water nodig voor al deze activiteiten.
De Romeinen gebruiken ca
Hoe werd in die hoge waterbehoefte voorzien? In Keulen betrok men
het water via een waterleiding van legerplaats Xanten haalde men het water
via goten van steen en hout uit de Sonsbecker Berg, over een afstand van ca
Een aantal archeologen had de mogelijkheid van het bestaan van een
kunstmatige watervoorziening uit de heuvels bij Berg en Dal al te berde
gebracht. Maar de zaak kwam in een stroomversnelling toen prof. Dr. B. Th. Brus
in 1999 een artikel schreef over een mogelijke waterleiding van ongeveer
Verder heeft men al uit historisch onderzoek kunnen vaststellen
dat het niet gaat om recente aardwerken.
De gevonden aardwerken bestaan uit drie dalen, 300 tot
De hypothese van Brus, dat alleen de Romeinen in staat zijn
geweest om deze aardwerken aan te leggen, blijft ook overeind na onderzoek van
de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB). Aanvullen onderzoek is
echter noodzakelijk om uitsluitsel te geven over de Romeinse oorsprong van de
aardwerken.
De hypothese van Brus werd door hem onderbouwd op drie manieren:
a.
Hij kon uit historisch onderzoek aantonen dat
geen andere macht dan die van de Romeinen in staat was geweest de enorme
aardwerken te realiseren.
b.
Volgens hoogtemetingen klopt het verval van het
waterleidingtracé.
c.
Volgens de
vormenleer van het landschap (geomorfologie) kunnen de dalen nauwelijks een
natuurlijke oorsprong hebben.
Herkenningspunten van een Romeins verleden in Nijmegen (buiten de wandelroute):
-
Stadswapen: dubbelkoppige adelaar. Verwijst zowel naar de middeleeuwen
als naar het Romeinse verleden.
-
Godenpijler: uit het jaar 17 n.Chr.
staat in Het Valkhofmuseum.
-
Markeringen van een
wachtpost:
langs een Romeinse weg in het Heumensoord
-
Beeld van Civilis: aan de gevel van het
stadhuis tussen acht keizers.
-
Via Romana: een (fiets-, auto-) tocht
door de streek tussen Nijmegen (Ulpia Noviomagus) en Xanten (Colonia Ulpia Traiana).
-
“Loden Lady”: Loden sarcofaag van een
rijke dame ca 325. Opgegraven in de Burchtstraat (in depot).
-
Romeinse activiteiten: Bijbels Openluchtmuseum gedurende de hele zomer.
-
Contouren
gebouwen van een burgerlijke nederzetting: Waterkwartier het Maasplein, Ulpia
Noviomagus Batavorum (Ulpische
Nieuwmarkt in het land van de Bataven van 70 n.Chr.
-
Amfitheater: gekleurde
stenen in het wegdek van Mesdag- / Rembrandtstraat.
-
Computer
animaties/reconstructies: het Romeinse uit hout en leem opgetrokken
Praetorium (Commandantwoning van 10 v.Chr.)
en de stenen Principia (Hoofdkwartier van 90 n.Chr.’). Te zien in het
Valkhofmuseum http://www.museumhetvalkhof.nl/principia3.htm
De ‘atlassen’ uit de tijd van de Romeinen
Bekend zijn de Tabula Peuteringiana,
het werk van Ptolemaeus en het Itinerarium Antonini.
Een fragment de ‘kaart van
Peutinger’ is hier afgebeeld. Midden bovenin staat Noviomagi (Nijmegen).
Gerardus Mercator heeft in
Het Geografisch Handboek van
de geograaf Ptolomaeus, tweede eeuw, en het Itinerarium Antonini, de ´reisgids
van Antonius´ uit de vierde eeuw zijn geen kaarten maar opsommingen van
plaatsnamen met hun geografische lengte- en breedtegraden (Ptolemaeus), of met
opgave van afstanden (het Itinerarium Antonini).
De Tabula Peuteringiana. Dit
is een Romeinse wegenkaart uit de vierde eeuw. Een ‘oprolbare reiskaart’ van
Peutinger, een
zestiende-eeuwse geleerde uit Augsburg, heeft geijverd voor (her)uitgave van de
enige kopie van een (verloren gegane) kaart uit de vierde eeuw.
Midden bovenin Noviomagi
(Nijmegen).
Noordelijke weg, de Limesroute (=grens) langs de zuidelijke oever van de Rijn, voert
van:
Fort (=castellum) Praetorium
Agrippinae (Valkenburg ZH), via
Castellum Albanianae (Alphen aan de Rijn), Nigrum Pullum (Zwammerdam), Levefano
(Wijk bij Duurstede), Carvone (Kesteren), Castra Herculis (Meinerswijk Arnhem)
naar Noviomagi.
Zuidelijke weg, op de noordoever van de Maas, gaat van: Forum Hadriana (Voorburg) naar
Noviomagi.
Oostelijke weg van Noviomagi gaat naar: (H)Arenatio(um) (Rindern Kleve), Burginatio
(Alt Kalkar) en Colo(nia) Traiana (Xanten).
Zuidelijke weg van Nijmegengaat naar: Ceuclum (Cuijk), Blariaco (Blerick) naar
Atua(tu)ca (Tongeren).
Rechts van Atuaca, niet op
dit fragment: Cortovallio (=Corivallo(um)) is Heerlen.
De zuidkant van dit fragment
is bij Lyon en de rivier de Loire, zo’n