Routebeschrijving Romeinse wandeling Nijmegen
Rob Croes (
Rob Croes
)
Vertrekpunt: NS-Station Nijmegen Naar:
Voorpagina
Eindpunt:
Berg en Dal (optioneel Beek) Naar: Ìnleiding van de wandeling
Lengte
Gedrukt door: Historische Kring Bemmel (uitverkocht)
Klik op
de [cijfers] voor toelichting. Klik opnieuw op het [cijfer] om terug te keren.
1. (Met de
rug naar het NS-station) linksaf Stieltjesstraat in (blauw politiebureau links
laten liggen).
2. Aan het
einde Stieltjesstraat rechtdoor de Kronenburgersingel oversteken en het
Kronenburgerpark [1] in.
3. Rechtdoor
tot aan de Jacobstoren [2] (de ronde, niet gekanteelde toren)
4. Aan de
voet van de Jacobstoren linksaf en voor de Kruittoren [3] (mét kantelen) links het brugje over.
5. Over het
brugje rechts aanhouden richting Parkweg, deze oversteken (naar huisnr 126),
links en direct rechts de Hezelstraat [4] in.
6. Na ca 200m links de Papengas in. Zie op de hoek Hezelstraat-Papengas het ‘Grote Huis’ [5] uit 1290.
7. Na 60m
zie je links de Jacobskapel [6] en rechts het
‘Oude Weeshuis’ [7]
8. Volg de
Papengas tot het einde. Rechtdoor de trappen (van de waterkering) op en kijk even
achterom naar de Waalkade-bebouwing. Richting de Waal zie je een labyrint. Hier
was eens de oude Waalhaven met een veerpont naar de overzijde.
9. Over de
trappen rechtsaf (met de keermuur aan de rechterhand) de kade blijven volgen.
10. Na ca 150m rechts een helling op. Aan het einde
van de helling (bovenop de keermuur) zie je rechts de Antoniuspoort [8]. Zie ook de ingemetselde gedenksteen: “Mislukte aanslag door
Maarten Schenck in
11. Ga onder de Antoniuspoort door en linksaf de Lagemarkt in.
Zie op de hoek Antoniuspoort – Lage Markt een olifant op de hoek van een huis.
Olifantenhuis [9]
12. Vervolg de Lage Markt en loop door de
hoogwaterkering (richting Waalbrug). Zie op huisnummer 60, Lagemarkt, een
ingemetselde steen met de tekst “In
1860/1 was de noodkreet algemeen, toen het water stond aan dezen steen” Interessant is ook de tekst op de gevelsteen
van Lage Markt 59: "paX et qVIes
VsqVeqVaqVe hVIC DoMVI" (Vrede en rust voor dit huis te allen tijde);
deze vormt een chronogram (tijdvers).
Als de hoofdletters als Romeinse cijfers worden gelezen komt u tot 1648, het
jaar van de Vrede van Münster.
13. Onmiddellijk links na de doorgang van de
waterkering staat een houten paal met de hoogwaterstanden van 1926 (13,84m),
1995 (13,62m) en 1993 (13,40m).
14. Vervolg de wandeling via de Waalkade richting de
Waalbrug.
15. Na ca 300m een ‘gat’ in de bebouwing. Daar staat het
Beziendershuis [10]. Loop naar het Beziendershuis. Links om de hoek zie je door
een hekwerk de Lieve Vrouwe of Losserpoort. Doordat de Waalkade in de loop der
eeuwen steeds opgehoogd is, zijn de onderdoorgangen van de stadspoorten heel
laag geworden.
16. Loop door langs de Waalkade richting Waalbrug.
Achter een raam aan de rechterhoek van het Holland Casino is uitleg te zien
over het aldaar gevonden Romeins Hypocaustum uit 320 [11] Ook was hier een Romeinse stadsmuur van een Castellum.
Een leuk stukje wiskunde is te vinden in de Romeinse cijfers, het kunstwerk van
Beshulin op de Waalkade. Door er omheen te lopen zie je steeds verschillende
Romeinse cijfers.
17. Loop verder langs de Waalkade richting Waalbrug [12] en ga bij de grote trappenpartij rechts naar boven.
Halverwege de brede trappen ga je naar links de (bakstenen) trappen op naar de
Sint-Nicolaaskapel [13]. De Sint-Nicolaaskapel is het oudste stenen bouwerk van
Nijmegen. Ca 1030. Romeinse bouwmaterialen zijn er in verwerkt.
18. Links van
de Nicolaaskapel een terras met houten hekwerk met de tekst: “HIC STETIT HIC FRENDENS AQUILAS HIC LUMINE
TORVO CLAUDIUS ULTRICES VIDIT ADESSE MANUS” (Hier stond Claudius
tandenknarsend, hier zag hij met zijn grimmig oog de adelaars en troepen van de
Romeinen de muren naderen”. Claudius (=Julius) Civilis; aanvoerder van de
Bataven en aan een oog blind. Geniet van het mooie uitzicht op de Waal (brug).
We treffen het. Want vanaf juli 2005 kunnen we, (tijdelijk, tot juli 2006) een
replica van de middeleeuwse woontoren, de Donjon, van de eens zo machtige
Valkhofburcht beklimmen. Een 47m hoog visitekaartje van Nijmegen!
19. Loop, met de rug naar de ingang van de
Jacobskapel, naar de uitgang van Het Valkhof. Loop door tot bij een standbeeld
van een grijze engel [14]
20. Loop terug naar de ingang van Het Valkhof [15] richting de ruïne van de absis van de Maartenskapel [16] Deze Maartenskapel was tot 1796 een deel van de machtige
Burcht Het Valkhof.
21. Houd rechts aan en ga over een brug met
smeedijzeren [17] hekwerk naar het Valkhofplein. In de bestrating zijn met
geribbelde stenen de contouren van de (droge) Romeinse V-vormige grachten
aangegeven. Rond 320 is hier een door grachten omgeven versterking gebouwd. Dit
was het laatste Romeinse Castellum.
22. Linksaf en vervolgens het Valkhofmuseum links
laten liggen. Je bent nu op een kruising van oude Romeinse wegen. Oost – West (Burchtstraat – Kelfkensbos – St
Jorisstraat) en Noord – Zuid (Lindenberg – Hertogstraat).
Oost leidde naar Romeinse villa’s in het Land van Maas en Waal; west naar de
Romeinse stad Xanten; noord via een brug naar de Romeinse vesting Elst; zuid via
Cuyk, Maastricht naar Rome.
Dit is het hart van “Oppidum Batavorum”
[18] (Stad van de Bataven 15 v. Chr. tot 70 n. Chr.) In het jaar 17 n. Chr stond hier een
“godenpijler” (overwinningszuil) waaraan Nijmegen zijn 2000 jaar stad ontleend.
De godenpijler staat nu in het Valkhofmuseum.
23. Vervolg Kelfkensbos, St Jorisstraat richting het standbeeld
van keizer Trajanus [19]. Kijk nog even naar links en je ziet weer stadswallen van
1450. Daarvoor een beeldengroep De Vier Jaargetijden. De vier vrouwenbeelden,
die de Romeinse godinnen Flora (lente), Ceres (zomer/oogst/beschermgodin van
het gewonen volk), Pomona (herfst) en Vesta (winter) voorstellen.
24. Het Trajanusplein moet overgestoken worden.
Eigenlijk willen we rechtsreeks naar Keizer Trajanus die Nijmegen omstreeks 100
markt/stadsrechten gaf. Maar steek over aan de stadszijde (via de
Canisiussingel, Mr. Frankenstraat, Graadt van Roggenstraat). Bij de wegwijzer
voor fietsers met nummer 3900-14 rechts het voetpad naar boven nemen.
25. Laat het puntige ijzeren sculptuur links- en
vervolgens achter je liggen. Volg het wat bredere pad bovenop de heuvelrug [20]. Ga even zitten op een van de twee banken en geniet van het
uitzicht over de Ooijpolder [21]
26. Vervolg de route via het geasfalteerde voetpad.
Houd links aan. Bij lantaarnpaal VC141 links naar beneden. Het geasfalteerde
pad gaat over in een klinkerpad en loopt erg schuin naar beneden.
27. Met de heuvelrug aan de rechterhand, vervolg de weg die
overgaat in een asfaltweg (Ubbergseweg). Pas op, je loopt nu op het fietspad.
Blijf rechts lopen. Dit pad gaat over in een klinkerweg (parallel aan de
autoweg).
28. Na ca 900m bij het benzinestation ’Total’
rechtsaf de Beekmansdalseweg op. Wandel deze geheel naar boven. Een flinke klim
over 500m. Boven aangekomen ga even naar rechts. In de achtertuin van dit
nieuwe appartementencomplex (2010) zijn de resten van de Romeinse waterput
terug geplaatst (zie ook de afbeelding Castra hier rechts. De blauw stip is de
waterput). Deze achteruin is echter een
privéterrein. We bevinden ons hier op de plaats waar ooit de Romeinse
Legerplaatsen waren. Van 19 v. Chr. tot ca 200 n. Chr. De manschappen, eerst
12000 daarna 5000, werden van water voorzien d.m.v. een Aquaduct [22]. Het tracé van het Aquaduct gaan wij vanaf hier volgen.
29. Terug naar de Bergmansdalseweg en in het
verlengde daarvan de Broerweg [23] op.
30. Dit is het begin en tevens het laagste punt van
het Aquaduct-tracé.
31. Er zijn hier geen Romeinse resten of ruïnes meer
te bewonderen. De reconstructie van het
32. Blijf de Broerweg volgen: deze gaat bij het
oversteken van de Berg en Dalseweg, over in de Broerdijk [24]. Dit is letterlijk een door de Romeinen opgeworpen dijk van
700m, en die was toen zelfs 4 tot 8m hoger dan nu. Kijk bijv. tussen de
huisnummers 29 en 31, 35 en 37 en 130 en 128,
dan zie je dat het echt een dijk is. Broerdijk
nr. 154 is een caferatia voor een eventuele koffiestop. We zijn op ca
33. Aan het eind van de Broerdijk ligt de
Kwakkenbergweg. Het tracé van het Aquaduct kruist de Kwakkenbergweg en vervolgt
het pad door de dubbele stalen poorten (privéterrein). Wij gaan even linksaf
(Kwakkenbergweg) en dan rechts de Bosweg in. Lopend op de Bosweg bevindt zich
het Aquaducttracé zich aan je
rechterhand, parallel aan de Bosweg. Iets verderop loopt dit tracé door achter
de witte noodwoningen.
34. Ga aan het eind van de afrastering aan de
linkerzijde, linksaf een bospad in (tegenover de waterscouts). Links ligt het
tracé van het Aquaduct, iets verderop goed zichtbaar als een geul. parellel aan
dit bospad.
35. We lopen door een kuil [25] (spaarbekken van het Aquaduct) en over een heuveltje
(getuige vondsten zou daar ooit een Romeins tempeltje hebben gestaan?). Aan je
linkerhand ligt nog steeds het tracé van het Aquaduct.
36. Het bospad eindigt op de verharde Sophiaweg. (Het
Aquducttracé steekt hier de Sophiaweg over en loopt door huisnummer 95). Op de
Sophiaweg ga je rechtsaf. De Theresiaweg links laten liggen en links de Koning
Davidlaan in.
37. Na 200m scherp links een bospad in. Aan de
rechterhand staat een betonnen schutting.
38. Let op, na ca 200m zit er een ‘bubble’ [26] in de betonnen schutting. Hier was ooit een dijk in het
Aquaduct-tracé.
39. We blijven het bospad volgen met aan de
rechterzijde de betonnen schutting en daarna lopen we langs het hekwerk van Het
Bijbels Openluchtmuseum. Het hekwerk gaat naar rechts: blijf dit steeds volgen.
40. Na
41. Klim de trappen op naar boven en ga onmiddellijk links. We
lopen nu, ‘stroomafwaards’ langs het door de Romeinen opgeworpen zand.
42. Blijf doorlopen met de wal aan de linkerhand. Aan
het einde van het pad moeten we rechtsaf,
maar ga even linksaf en kijk in het Louisedal. Het Louisedal maakt hier
een knik naar rechts (richting van de paardenwei) en sluit, als
waterleverancier, aan op het tracé. We vervolgen het bospad naar beneden. De
aquaductgeul kronkelt van links naar recht langs het pad.
43. We komen uit op de geasfalteerde Meerwijkselaan.
44. Bij het gele bordje met de tekst “Wandelroute ±
45. We vervolgen de wandeling via de Meerwijkselaan
en komen bij het kruispunt met de Postweg. Rechts ligt het Afrikamuseum.
Hier kan je een koffiestop houden. Op
het kruispunt Meerwijkselaan – Postweg zien we wat waterpartijen (zie foto).
Dit waren de verzamelbekkens die werden gevoed door het Kerstendal. Het
Kerstendal eindigt in de noord-oostelijke hoek van dit kruispunt (achter het
hekwerk met de gele tekst “Water Meerwijk” [28]).
46. Bij de Postweg blijven we de Meerwijkselaan volgen.
Geheel links achter het hekwerk (niet toegankelijk) eindigt het Kerstendal [29]. Dit is het laagste punt van dit dal. We blijven op het
fietspad van de Meerwijkselaan met aan de linkerhand het hekwerk. We zien in de
waterpartijen achter het hek een (kunstmatig aangelegd) eilandje. Dit zou een
Keltische of Romeinse Motteburcht (vluchtheuven) kunnen zijn. Onder de
Meerwijkselaan zijn verschillende passages voor paddenen en een
dassenonderdoorgang aangelegd.
47. Wanneer het hekwerk aan de linkerhand ophoudt,
gaan we linksaf het bospad in. Dit bospad, met aan de linkerzijde een hekwerk,
steeds blijven volgen. We zien links mooie beukenlanen die naar een heuveltje [30] leiden. Hebben hier ooit Romeinse tempeltjes gestaan? Het
bospad gaat naar rechts over in een klinkerweg.
48. Bij een verbodsbord voor auto’s linksaf de
asfaltweg op. Einde weg links. Dit is de Watertorenweg. Die toren zie je ook
iets verder links. Rechtsaf de Patrijsweg in. Einde Patrijsweg links, de
Kerstendalseweg in. Einde weg rechts de Nachtegaalweg in. Links in de bocht
het talud op lopen. Dit talud is gevormd door de uitgegraven grond van het
Kerstendal.
49. Om het Kerstendal goed te bekijken: loop even
naar links naar de rand van het Kerstendal. Na 100m een hekwerk en hier weer
terug. (Het dal ligt nu aan je linkerhand). Na 300m ook hier weer een hek. Daar
gaan we rechts naar beneden en houden we steeds links aan (we willen naar de
kop van het Kerstendal).
Lopend op de wal van de uitgegraven grond [31] kun je duidelijk de V-vorm en diepte van het dal zien.
Bedenk daarbij dat dat ooit nog minstens
50. Vanaf de rand van het Kerstendal, links aanhouden
en volg de weg. In de bocht bij huisnummer 10 links het pad in. Einde pad
links; dit komt uit op de Kerstendalseweg. Hier weer links en einde weg links
de Oude Kleefsebaan op. Dit is bij de grote ANWB wegwijzer met ‘Nijmegen
51. We vervolgen de Oude Kleefsebaan richting
Nijmegen en steken deze over bij de kerk. Daar, in de rechter hoek (bij de
compostbak) nemen we nog een kijkje over de haag. Hier zijn nog keteldalen
zichtbaar (vroeger nog watervoerend). Die voorzagen ooit ook het Kerstendal van
water.
52. We volgen de Oude Kleefsebaan richting Nijmegen
en kunnen bij ‘Golden Tulip’ de bus terug naar het station nemen. We hebben totaal
Hier kun je de wandeling beëidigen (en/of
een koffiepauze houden).
Buslijn 8 heeft hier op zondag een halfuursdienst : 26 en 56 over het uur
naar NS-station Nijmegen.
53. Voor de liefhebber is er een optie om (nog
54. Vervolg de Oude Kleefsebaan richting Nijmegen en
ga bij huisnummer 93 rechts. Na
Bij dit uitzichtpunt volg je de gele wandeling naar Beek. Met het gezicht naar
het kerkje rechts de gele wandeling aanhouden (zie kaartje, je staat bij de
zwarte pijl). Dus het uitzichtplateau rechts laten liggen.
Je passeert ‘De Kabouterboom’ en komt uit bij het ‘wasvrouwtje’ in Beek.
Iets verderop is De Witte Poort en een
snackbar voor een koffiestop.
55. Bussen naar Nijmegen: Halte Randwijckweg lijn 58
zondags 15:33 en 17:33. Of vijf minuten lopen, op de Verbindingsweg stopt lijn
80 met zondags een uursdienst: 26 over het uur. Op werkdagen rijden de bussen
frequenter.
Gebruikte bronnen: www.gildenijmegen.nl/ en het Gilde
boekje ‘Wandeling langs het vermoedelijk Romeins waterleidingtracé’, http://www.noviomagus.nl/, http://www.nijmegen.nl/,
http://www.nijmegen2000.nl/, home.versatel.nl/hoorn88/,
http://members.chello.nl/~a.hendriks01/Archeologische
Werk Groep Nijmegen, archeonet.nl/, http://www.gelderlander.nl/, www.museumhetvalkhof.nl/.
http://www.donjon2000.nl/, Publicaties
van: Paul van der Heijden; Enckevort, Haalebos, Thijssen en Zee; Klaas Bouwer.
[1]
Kronenburgerpark: Na de sloop van de
stadsmuren in ±1876 ontwierp tuinarchitect Liévin Rosseels dit mooie park op ongelijk terrein. Een gedeelte
van de middeleeuwse stadsmuur en torens zijn behouden gebleven
[2]
[3]
De ruim 30
[4]
Aan de ingang van de
Lange Hezelstraat
stond de Hezelpoort. Een stuk van de hardstenen
bekleding is bewaard gebleven.
De Lange Hezelstraat
is een van de oudste straten van Nijmegen en de enige straat binnen de
middeleeuwse omwalling waarvan de historische structuur nog intact is; sloop
noch oorlogsgeweld (vergissingsbombardement van 22
feb. 1944) hebben de bebouwing, zoals elders in de benedenstad wel het geval
is, verstoord. De wirwar van straatjes en ‘gassen’ er omheen komt op de een of
andere manier steeds weer uit op de ruime Hezelstraat,
vanouds een belangrijke Oost-Westverbinding met intensieve handelsactiviteiten
en daarmee de eerste Nijmeegse winkelstraat. De Lange Hezelstraat
is met 7 rijksmonumenten, 42 gemeentelijke monumenten en 19 beeldbepalende
panden onderdeel van het beschermd stadsgezicht. Kijk naar de rijke historische
variatie van de gevels boven die puien. In de Hezelstraat
bevinden zich ondergronds nog middeleeuwse kelders.
[5] ‘Het Grote Huis’ op de hoek Hezelstraat -
Papengas is gebouwd rond 1290 (de nummers 46 t/m 52). Bij de restauratie zijn
graven, grafmonumenten, waterputten, waterkelders en een waterleidingsysteem
uit die tijd ontdekt. Cultuurvondsten: Een bijbelse
haard (1551), Gemak (1450), Bakoven, Romeins materiaal 100 – 400 n.Chr.
[6]
Jacobskapel Glashuiskwartier: De kapel heeft een tijdlang de vreemde naam Glashuis gedragen omdat het
gebouw in het midden van de 17e eeuw een tijdje als glasoven in gebruik was. De
kapel, nu Jacobskapel geheten, was vroeger onderdeel
van een veel groter middeleeuws complex (15e eeuw) dat bekend stond
als het Sint-Jacobsgasthuis. Dit hospitaalcomplex had
tijdens pestepidemieën de functie van stedelijk pesthuis.
[7] 't Oude Weeshuis
dat in 1562 werd betrokken. Na de stichting van een nieuw Rooms Katholiek ‘Arme
Kinderen Weeshuis’ in 1638 elders in de benedenstad, werd het in de omgeving
aan de Begijnenstraat bestaande Protestantse weeshuis, dat alleen voor
burgerkinderen was, het ‘Arme Borgeren Kinderen Weeshuis’
genoemd. Het Oude Weeshuis is in de loop der tijd redelijk intact gebleven.
[8]
Antoniuspoort.
Maarten Schenck van Nideggen
(1549-1589), bekend krijgsoverste, was afwisselend in dienst van de Staten en
van de Spanjaarden. Hij verdronk in de rivier de Waal bij zijn mislukte aanslag
op de stad in 1589. Zijn lichaam werd uit de rivier opgehaald, gevierendeeld,
en aan elk der vier voornaamste stadspoorten werd een deel opgehangen, het
hoofd werd bij de St. Anthoniuspoort op een stok
tentoongesteld. Het stoffelijk overschot is in de St. Stevenskerk
begraven.
[9]
Olifantenhuis:
Op de hoek van de Lage Markt en de Priemstraat, in het hart van middeleeuws
Nijmegen, pronkt aan de gevel een kleine stenen olifant. Ooit was hier een
winkel gevestigd in koloniale waren. Deze is, als historisch uithangbord, een
zeldzaam overblijfsel van de Nijmeegse handelsgeest en stamt uit de 19e eeuw.
[10]
Besiendershuis:
Dit pand uit omstreeks 1525 dankt zijn naam aan de
opzichter die de tolgelden van de op de Waal voorbijvarende schepen moest
innen, de 'besiender', die hier zou hebben gewoond.
Het laatgotische bouwwerk is opgetrokken in Nederrijnse
stijl. In de muur van het pand links naast het Besiendershuis
is (speciaal voor u) een spreuk ingemetseld: "Sta stil, wandelaar …".
Schuin tegenover het Besiendershuis, achter een hek
en half onder het pand van café Kandinsky is het
tweede bewaard gebleven stadspoortje te zien: het Onze Lieve Vrouwepoortje.
[11]
Hypocaustum is van ca 300 n.
Chr. Een centrale verdeelkamer van een Romeins
verwarmingssysteem (hete lucht). Op deze plaats was ook een Romeinse muur van
een vesting.
[12]
Waalbrug, voltooid in 1936.
[13]
Sint-Nicolaaskapel. Op de noordwestelijke hoek van de Valkhofheuvel staat een van de
oudste stenen bouwwerken in Nederland en zeker het oudste gebouw van Nijmegen:
de Sint-Nicolaaskapel, die ook wel onder de naam Heydense
kapel of Karolingische kapel bekend is. Bij de bouw is gebruik gemaakt van
Romeins bouwmateriaal.
De aan de heilige Sint-Nicolaas gewijde kapel werd echter 'pas' omstreeks 1030
gebouwd en wel in Romaanse stijl en volgens het principe van de centraalbouw. Dat houdt in dat de plattegrond van het
gebouw een middelpunt heeft, met de vorm van een cirkel of een regelmatige
veelhoek (zie voorbeelden). De Sint-Nicolaaskapel heeft een achthoekige
binnenruimte, terwijl de buitenmuren een zestienhoek
vormen. Het gebouw is grotendeels uit tufsteen en baksteen opgetrokken en in de
muren zijn zelfs Romeinse dakpannen terug te vinden. Binnenin, rondom de
achthoekige kern, is een galerij.
Tussen 1155 en 1796 was de kapel opgenomen binnen de muren van de
Valkhofburcht. Bij de sloop van de burcht in 1796-1797 zag men gelukkig de
waarde van het bijzondere gebouwtje in en is het blijven staan.
[14] Standbeeld met grijze Engel. In 1865 kwam de spoorwegverbinding
tussen Nijmegen en het Duitse Kleve tot stand. Ter
ere daarvan werd dit monument in renaissancestijl opgericht op het
Valkhof(plein). Op de sokkel zit een engel, voorstellende de gevleugelde
Victoria - godin van de overwinning - die een lauwerkrans werpt. De sokkel
bevat de tekst: TER HERINNERING AAN DEN BOUW VAN DEN SPOORWEG
NIJMEGEN-CLEVE 8 AUGUSTUS 1865
[15]
Het Valkhof “Oppidum
Batavorum”.Deze plek is kort na 1800 als
park ingericht op de plaats waar de grote Valkhofburcht heeft gestaan.
Reeds in het begin van onze jaartelling werd deze plaats, door de Bataven en de
Romeinen, als strategisch gezien en zij bouwden hun forten er op.
Na de ineenstorting van het
Romeinse Rijk kwamen de Franken en in 770 liet Karel de Grote hier een (houten)
paleis bouwen. “En hij vierde Kerstmis in Herstal en Pasen in de villa die Niumaga genoemd wordt. En het aantal jaren werd
De afbraak van de Burcht in 1796 en
1797: Omdat
na het verval van het Romeinse rijk het bakken van stenen als methode voor
bouwen was verdwenen, werd nadien tot ver in de twaalfde eeuw uitsluitend
gebouwd met tufsteen of andere natuursteen. Zo werd ook de burcht van Frederik Barbarossa in tufsteen uitgevoerd. Latere herstellingen en
veranderingen ontstaan dan weer in baksteen, nadat deze methode was herontdekt.
De burcht, zoals wij die kennen van diverse schilderijen, pentekeningen en
gravures, heeft er gestaan tot 1796. Door een besluit uit 1795 van het
provinciaal bestuur van Gelre als rechtsopvolgers van
de hertogen en graven van Gelre, werd de burcht in
1796 en 1797 gesloopt. Hij werd geveild in 8 kavels. Van de tufstenen
onderdelen werd tras gemaakt, een soort watervast cement. Van de bakstenen
onderdelen werd een deel gebruikt voor bouwwerken elders. De resterende breuksteen
werd gebruikt voor fundering van wegen o.a. de St. Annastraat
in deze stad, maar ook elders in het land werd het gebruikt.
[16] Maartenskapel op Het Valkhof of De Barbarossaruïne. Deze ruïne werd naar Frederik Barbarossa genoemd om dat hij met de St-Nicolaaskapel
het laatste tastbare onderdeel was dat overbleef van het burchtcomplex na de
afbraak in 1796 -1797.
Tijdens de afbraak van de burcht werd deze kapel met de St. Nicolaaskapel van de slopers teruggekocht. Een plaatselijke
'actiegroep' avant-la-lettre onder leiding van Johan
in de Betouw heeft de lokale overheid van het behoud
der twee relieken weten te overtuigen. Maar bij de sloop van de aansluitende
vleugelstukken is de kapel ingestort en is slechts het koor, of de absis, blijven staan. In de 19de eeuwse
opvattingen van parkinrichting was het bestaan van een ruïne een gelukkig
toeval.
[17]
Brug met smeedijzeren hekwerk opgericht ter ere van een driemanschap
dat de ontmanteling van de vestingwerken in 1870 geleid heeft.
[18] Opidum Batavorum: Rond 15 v.Chr
tot de Bataafse opstand in 69 n.Chr. was dit ‘De Stad der Bataven’. Deze
locatie is altijd bewoond en versterkt geweest. Rond 400 n Chr. is dit gebied,
en hiermee geheel Nijmegen, verlaten door de Romeinen.
Omstreeks het jaar 17 is in Nijmegen hier een Romeinse overwinningszuil opgericht. In het hele Romeinse rijk
werden in 17 na Christus gedenktekens opgericht om de overwinning van Germanicus te vieren. Ook in de belangrijke grensstad
Nijmegen. Dit soort monumenten stond in het centrum van een nederzetting,
bijvoorbeeld op het forum (marktplein), op een kruising van wegen of op een
tempelplein.
[19]
Standbeeld van
keizer Trajanus deze verleende
Nijmegen – Ulpia Noviomagus
– omstreeks 98 markt- (stads)rechten. De stad kreeg toen de naam: ‘Ulpia Noviomagus Batavorum’ en was in West Nijmegen gelegen.
In 1230 kreeg Nijmegen, toen ook Numaga
genoemd, stadsrechten van de Roomse Koning van het Duitse Rijk, Hendrik VII, de
zoon van Keizer Frederik II
[20] Heuvelrug is gevormd tijdens de voorlaatste IJstijd (zo’n 150.000
jaar geleden) en loopt van Nijmegen naar Kleef. Oorspronkelijk was de stuwwal
verbonden met de Veluwse stuwwallen, maar is daarvan
later gescheiden door het Rijnwater.
In het verleden heeft het Nederlandse landschap op grote schaal te
maken gehad met ijskappen die onder invloed van het koude klimaat vanuit
Scandinavië naar het Zuiden oprukten. De laatste keer gebeurde dit gedurende de
Saale-periode die 150.000 jaar geleden plaats maakte
voor een warmere periode. Tijdens deze Saale-ijstijd
bereikte het landijs uit Scandinavië Nederland, waarbij de meest zuidelijke
grens werd gevormd langs de lijn Haarlem-Nijmegen.
Langs deze lijn en ook ten Noorden hiervan liggen uitgesproken vormen in het
landschap die in de Saale-ijstijd, of Riss-ijstijd, 240.000 jaar gelden zijn gevormd. Als laatste
begon de Riss-Würm-interglaciaaltijd zo'n 180.000
jaar geleden.
[21] Ooijpolder is een heel rijk natuurlandschap. Recent heeft de minister
gelukkig afgezien van het plan om de Ooij als
retentiebekken in te richten.
[22]
Aquaduct tracé: begint aan de buitengrens van de Castra
aan de Broerweg en ligt op
[23]
Broerweg was in de Romeinse tijd de meest oostelijke muur met een
spitsgracht van de vesting. Op de kruising Broerweg / Ubbergseveldweg
was de hoofdpoort van de vesting. “Via Principalis”
Buiten de poort, oostelijk van de Broerweg, lag de marktplaats (In het wegdek
van de straten links, Wilgstraat, Berkstraat en Populierenstraat, zijn
markeringen aangegeven van het Romeinse Forum (markthal).
[24]
Broerdijk. Bij de aanleg van een riool in de Broerdijk kon vastgesteld
worden dat deze dam geheel uit opgeworpen grond bestond. De gevonden
aardewerkscherven in de ondergrond zijn een bewijs dat de verhoging aan het
einde van de eerste eeuw is aangelegd. Bekend is dat de Broerdijk
oorspronkelijk vier tot vijf meter hoger was. Over deze dam liep de
waterleiding rechtstreeks naar de Castra aan het
einde van de Broerdijk.
[25] Kuil. Hier staan we weer in een zijdal van het tracé. Dit was ook een
aanvoergeul voor extra water uit een gegraven dal. Dit dal is later voor
leemwinning nog vergroot en staat nu bekend als ‘de Leemkuil’. Het ROB heeft
ook dwarsdoorsneden gemaakt. Er werd een Romeinse spitsgracht gevonden. Verder
werden er Romeinse resten gevonden waarmee men de ouderdom globaal kon
vaststellen.
In het gebied ten zuiden en oosten van Nijmegen lagen veel
leemkuilen. De leem-Lösslagen werden uitgegraven en
gebruikt voor pannen- en pottenbakkerij (o.a. bij de Holdeurn)
en voor verharding van wegen en vloeren (boerderijen).
[26]
`Bubble` in de betonnen schutting. Hieraan kun je mooi zien
hoe de problemen met het verval van het tracé door de Romeinen opgelost werden.
Als er dalen in het tracé voorkwamen, ging men een dam aanleggen waar houten
goten op lagen waar het water doorheen liep. Dit is het mooiste voorbeeld van
een dam in het tracé. Zoals je ziet aan de verhoging in de betonnen schutting
van de kloostertuin, loopt deze dam door een stuk van de Heilig Landstichting.
De Heilig Landstichting (Openluchtmuseum, Cenakelkerk)
dateert van 1903. Aan de andere kant loopt de dam verder door particuliere
tuinen. De dammen werden op zeventiende-eeuwse kaarten vermeld als de “Corten dijk” en de “Swarten
dijk”.
[27]
Louisedal is een ca 700m lang gegraven dal met watersprengen
die zorgden voor extra watertoevoer voor het Aquaduct. Het loopt van 70m hoogte
naar het dal van de Meerbeek op 59m hoogte. Als we onderaan de trappen in het Louisedal staan, zien we in de richting van het hekwerk een
dam. Daar loopt nu een treintje van het Bijbels Openluchtmuseum. Het Louisedal is dus langer dan we kunnen zien. Iets verder
naar het hogere punt in het Louisedal lagen de
sprengen (bronnen).
Op het laagste punt van het Louisedal
heeft het ROB een dwarsdoorsnede gemaakt. Op vier meter diepte vond men een
laag die zou duiden op een oorspronkelijk waterreservoir. De datering is nog
niet vastgesteld.
We lopen hier in het Nederijkswald. Op
veel plaatsen liggen restanten van oude boswallen. Deze zijn aangelegd
omstreeks 1780. Ze dienden als vee- en wildkering en als eigendomsgrens. Klaas
Bouwer heeft dit beschreven in zijn boek ‘Een Notabel Domein’
[28] Water Meerwijk. De
Romeinen hadden hier waarschijnlijk een overloop gemaakt om het water naar
behoefte verder te laten stromen. In het weiland hiernaast heeft
De Romeinse datering is op dit punt van de overloop nog niet
vastgesteld. Nader onderzoek door
De vijver in de Watermeerwijk ligt op
[29]
Kerstendal. Aan de noordzijde van Berg en Dal ligt het Kerstendal. Het is
ongeveer 10m diep, vrij smal en betrekkelijk recht. Het heeft steile hellingen
en een bodem, die min of meer horizontaal loopt. De uitgegraven aarde is aan
weerszijden van het dal nog terug te vinden.
Het Kerstendal helt van
[30]
Heuveltje aan het einde van beukenlanen. Hier heeft waarschijnlijk een
Romeinse tempel gestaan. Er is Romeins aardewerk gevonden met een afbeelding
van de Vestaalse Maagden, bewaaksters van de Romeinse tempels. In latere tijd zijn
5 of 7 (oneven aantal) beukenlanen naar het middelpunt aangeplant. Welgestelde
Nijmeegse Heren (o.a. burgemeesters) verfraaiden in de 18e eeuw hun
landgoed met soortgelijke stervormige lanen volgens Franse stijl.
[31]
Het grondverzet door de Romeinen. De schatting voor het hele
waterleiding tracé is dat er ongeveer
Helaas is de Watermeerwijk privé-terrein en moeten we omtrekkende bewegingen maken om
het tracé te volgen. Maar we krijgen een hele goede indruk van het immense werk
verricht door de Romeinen.
[32] Oude Kleefsebaan 127 Lees
over de geschiedenis van dit huis “Het Witte Paard”, Ronselen voor de VOC op
http://www.numaga.nl/nkartikelen.html
door Klaas Bouwer.
Hij heeft ook een prachtig boek geschreven over de geschiedenis van het Nederrijkswald.
[33] De Oude Kleefsebaan
is het hoogste punt in van dit gebied. Het is ook het scheidingspunt van het
water. Water aan de zuidkant (glooiend) stroomt naar het zuiden en aan de
noordzijde (steil) naar het noorden. Om extra water ‘aan te boren’ liep het
Kerstendal dwars door de Oude Kleefsebaan om daar
sprengen in uit te laten komen. Zoals de Elzenbeek, die er nu nog loopt.
De Berg en Dalseweg/Oude Kleefsebaan was/is ook een oude Romeinse verbindingsweg
tussen Nijmegen en Xanten.